logo.png
header_img.jpg

Camouflage

Huiscamouflage
Een vaak gebruikte techniek was het metsen van een bakstenen gevel rond de bunker (of toch minstens op de hoeken), waardoor deze op een gewoon huis leek. 

Er zijn ook bunkers bekend waarop men houten planken had aangebracht om ze op een schuur of schapenstal te doen lijken. 

Soms werden ook valse zadeldaken opgetrokken.  In de bakstenen gevels werden valse ramen, soms zelfs met luikjes, en deuren ingewerkt.  Soms spaarde men in het metselwerk vlakken uit die men beschilderde met deurlijsten en gordijntjes.  Achter deze ramen werden de schietgaten ingeplant, die tot ver in de bunker mee beschilderd werden, zodat ze niet zouden opvallen.  De meest voorkomende huistypes waren gewone burgerhuizen, huisruïnes, garages, stalletjes en spoorweghuisjes.

Beschildering
Soms beschilderde men de volledige betonnen bunker met baksteenmotieven, ramen en deuren.  In bosrijke omgevingen  schilderde men er bomen en takken op.  Een bunker in een weide werd al eens lichtgroen geverfd.

Eitjesbepleistering
Andere bunkers kregen een bepleistering met eierschaalmotief.  Dit is een ruwe, oneffen bepleistering waardoor de bunker een grillig uiterlijk kreeg en beter opging in zijn omgeving. 

Camouflagenetten
Op de meeste gevechtsbunkers vind je nog ijzeren haken op de dakrand waaraan camouflagenetten gehangen werden.

Ingraving in talud
Sommige bunkers werden ingegraven in een heuvelflank, talud of holle weg, zodat enkel nog het dak, de toegang en de schietgaten zichtbaar bleven.